vrijdag 27 april 2018

Julian Barnes, The Only Story

Jonathan Cape, London, 2018. Gebrocheerde hardback met stofomslag. 213 blz.

Dat ene of enige verhaal, een liefdesverhaal wel te verstaan, of: het verhaal over de ene of enige liefde, dat in deze roman verteld wordt, hakt er nogal in. Het speelt zich af ten zuiden van Londen, niet in Londen zelf, in de woelige jaren zestig - waar overigens niets van te merken is, tenzij zeer indirect. Een negentien-jarige jongeman raakt in suburbia verzeild in een overweldigende liefdesrelatie met een tweemaal zo oude, onfortuinlijk gehuwde vrouw. Niemand gaat met hun relatie akkoord, voor zover die bekend wordt, zeker de leden van de tennisclub niet, behalve Paul en Susan zelf.

Maar niets en niemand houdt hen tegen. Zeker niet in het eerste deel van de roman, waarin Paul de ik-verteller is die, ongeveer een mensenleven later, terugkijkt op zijn jarenlange affaire, die daarom al geen affaire meer kan heten, en zijn herinneringen welbewust  noteert; niet de feiten, niet de waarheid, maar zijn herinneringen: 'You understand, I hope, that I'm telling you everything as I remember it?' Overrompelend is dat verhaal van hem en Susan MacLleod. Doordat er een kleine convertible een rolletje in speelt, moest ik soms denken aan Aimez-vous Brahms van Françoise Sagan (The Graduate, om een andere, mogelijke parallel te noemen, ken ik niet).

Die Susan is een apart type, niet alleen omdat ze haar eigen gang gaat, en haar man behandelt als een quantité négligeable, maar ook bijvoorbeeld omdat ze haar dochters, Martha en Clara (even volwassen als Paul), Miss G en Miss NS noemt, welke initialen staan voor Grumpy respectievelijk Not So (Grumpy). Een nog fraaier type is overigens Susans vriendin Joan, die zich nogal fors,  ondersteund door gin, staande houdt na een leven dat helser was dan een in het inferno. Paul is, met andere woorden, niet in een buitenschoolse opvang terecht gekomen.

Het tweede deel, dat na een kleine negentig bladzijden begint, is een mix van ik-vertelling met vooral veel vertelling in de tweede persoon enkelvoud – alsof Paul toch enige distantie neemt. En in dat tweede deel komt er een aap uit de mouw: dat liefdesleven was maar een deel van de herinnerde werkelijkheid: gaandeweg wordt duidelijk dat Susan niet alleen drinkt, maar zich ontwikkelde tot een professionele alcoholiste; en we krijgen te weten waar die verloedering aan te wijten is. Ze gaat volkomen naar de gallemiezen. Paul blijft haar nochtans heel lang trouw.

Het derde deel is (vrijwel geheel) in de derde persoon enkelvoud gegoten. Het gaat over Paul die niet meer met Susan is – het was onmogelijk. Maar wat er precies in dat slotdeel verteld wordt, weet ik niet, want ik ben met lezen gestopt op pagina 174. Het ging me allemaal veel te traag. En: de vertelling is bijzonder eloquent, zeer Brits, zou ik willen zeggen, getuigt van een prima taalbeheersing, kent een rijk vocabulaire, maar is ook van een enorme afstandelijkheid en cerebraliteit, als die twee al niet op hetzelfde neerkomen, zeker waar het gaat om een liefdesgeschiedenis. Paul noteert met gemak zinnen als de volgende: 'No doubt in religious, patriarchal, hierarchical societies, such conflicts continued and still gavethemes to writers.' Buitengewoon kil.

Die wat klinische benadering heeft misschien te maken met het gegeven dat de onervaren negentien-jarige Paul de hele boel wat beschroomd en geïmponeerd benaderde. De steeds grotere afstand(elijkheid), die wordt gesuggereerd door de overgang van eerste naar tweede naar derde persoon enkelvoud, is ook een indicatie van af- of verweer, zelfbescherming; zeer toepasselijk vanuit psychologisch opzicht wellicht, maar naar mijn smaak niet goed voor het verhaal. De geschiedenis is evenwel zo indrukwekkend, dat de roman mijns inziens overeind blijft staan. Maar tegen de achtergrond van de recente lectuur Winter van Ali Smith viel het me wat moeilijk heel enthousiast te worden van de jongste van Barnes. Maar dan nog: een (relatief) sub-optimale Barnes is en blijft een goede, aangrijpende, stilistisch mooi gevormde roman. 

dinsdag 17 april 2018

Ali Smith, Winter

Hamish Hamilton, z.p. 2017. Vrij stug in de rug gelijmde hardback, met half stofomslag, 322 blz.

Deel twee van een seizoenskwartet. Autumn verscheen het jaar ervoor. Wat ik over de structuur daarvan zei, geldt in grote lijnen ook voor dit tweede deel. En ook geldt (of anders: met terugwerkende kracht) dat ik me weer geheel heb laten inpakken door dit boek. Eenmaal gelezen; toen onmiddellijk begonnen aan de herlezing - daar kwam wat tussen; daarna aan de tweeëneenhalfde lezing begonnen, en die - in weerwil van mijn welwillende intentie - toch weer in fragmenten voltooid.

Arthur, in problemen geraakte volwassen man, gaat kerstmis vieren bij zijn - op z'n zachtst gezegd - eigenzinnige moeder-de-zakenvrouw in Cornwall; dat is, lieve lezer, het uiterste, westelijke zuidpuntje van het Verenigd Koninkrijk. Lands End. Finisterre. Arthur heeft beloofd met zijn partner te komen, maar die, ik bedoel: zij, heeft net zijn notitieblok met aantekeningen voor zijn natuur-blog losbladig het raam uit de sneeuw in geflikkerd omdat ze die blog-troep van hem volkomen a-politiek vond; de accu heeft ze uit z'n laptop geschroefd, en de hele handel onklaar gemaakt. Gewoon, door een niet passende schroevendraaier te gebruiken.

Eigenlijk vind ik dit al aanleiding genoeg voor de conclusie: lees dit boek.

Arthur, die in de problemen geraakte volwassen man, durft het bezoek aan zijn moeder niet aan, en paait een min of meer toevallige passante. Of: passante, dat is ze juist niet: ze zit al uren achtereen in een bushaltehokje een vouwblad van een wegwerprestaurant te te lezen. Voor duizend pond is ze, een in het post-Brexit Verenigd Koninkrijk van dakloosheid verzekerde Oost-Europese, bereid drie dagen lang te doen of ze Arts Charlotte is. Fijn... 'maar ik denk,' denkt en zegt Arthur, 'niet dat al die kettinkjes, studs, piercings en wat er al niet meer in je gezicht steekt, erg overtuigend op mijn moeder overkomen'. Probleemloos schroeft 'Charlotte' alles uit haar facie. Arts moeder-lief vraagt, na haar aankomst: 'Kind, weet je wel dat je gezicht vergeven van de gaatjes is?'

Eigenlijk is dit aanleiding genoeg voor de conclusie: lees dit boek. En dan weet je nog niet eens dat en hoe dit verbonden raakt met het oeuvre van Barbara Hepworth (staaltje ingeweven cultuurgeschiedenis zoals dat over het werk van Pauline Boty in Autumn).

Sophie, de moeder van Arthur, is niet echt een lief persoon. Haar relatie met haar zus, Iris, is totaal verzuurd. Die met Arthur eigenlijk ook. En Iris is een post-protester, een soort overjarige actievoerster. De halve twintigste eeuw komt daardoor over de vloer in dit boek, dat alles behalve een rechtlijnig chronologische vertelling is. Maar ja, kerstfeest. Dus Iris komt voor het eerst sinds decennia weer bij Sophie in huis, op verzoek van Arthur, die ook niet op zijn gemak is met zijn nep-Charlotte, die eigenlijk Lux heet, zoals in Velux. En ondertussen heeft de echte Charlotte de natuur-blog van Arthur gehackt (Art in Nature) en ze belaagt hem via dat blog met wanstaltige berichten en projecten, waardoor er onder meer busladingen vogelaars uit noord- en midden-Brittannië over de vloer komen bij Sophie c.s. om een zeldzame vogel te spotten, Sophie, die overigens door Iris ook Filo wordt genoemd, maar niet naar aanleiding van 'filosophie' [spoiler reduction].

Dit is eigenlijk al aanleiding genoeg voor de conclusie: lees dit boek.

Sophie, die schijnbaar niet heel aardige moeder van Arthur (kortweg Art, wat weer veel aanleiding geeft tot heel melige en heel leuke woordspelingen) heeft een bijzonder ingewikkelde achtergrond met onder meer een reuze melancholische liefdesgeschiedenis - ja, een eennachtwip - waar Arthur het resultaat van is, die zo intens fraai beschreven is, zo snijdend en mooi, dat je zoiets iedereen eigenlijk wel voor eenmaal in het leven toewenst. En daar komt de kracht van Ali Smiths schrijverschap overduidelijk naar voren. Zoals zij de verschillende tijdslagen enerzijds versnippert over het boek en anderzijds thematisch aaneen weet te smeden, is werkelijk om helemaal knapperend haardvuur met goede thee en sloffen aan met een goed boek van te worden.

Dit is aanleiding te meer en genoeg voor de conclusie: lees dit boek, want tegelijkertijd is dit alles behalve een gezellig winteravondverhaal. Het gaat heel hard en nors over nu en de hedendaagse, ongelooflijke waanzin. En het is zo rijk, zo boordenvol. En zo menselijk, als in: comédie humaine, hoe tragisch toch ook. Zo vol verhalen en vol ook van het belang van verhalen. Lees dit boek.