vrijdag 22 september 2017

Ali Smith, Autumn

Hamish Hamilton, z.p., 2016. Hardback met half stofomslag, 260 blz.

Deze roman heeft wel wat van een collage. Er zit geen eenduidige, eh: geen rechtlijnige ontwikkeling in. De verhaallijnen zijn verknipt, in stukken, en die zijn niet evident logisch-chronologisch geordend, maar op grond van een ander principe; welk, is mij nog niet bekend. In en tussen de verhaallijnen zelf wordt heel veel gebruik gemaakt van associatieve verbanden, meer dan van wat ik voor het gemak maar even noem: realistische ontwikkelingsverbanden. Het geheel is daardoor heerlijk springerig.

Daar komt nog bij dat er een tamelijk expliciete verteller is, die een hoofdstuk begint met een opmerking als deze:
Here's something else from another time, from when Elisabeth was thirteen, that she als remembers shreds and fragments of.
Een verteller ook die nauwelijks onderscheid maakt tussen vertellerstekst en personagetekst, tussen gesprekken en gedachten, tussen haar ' eigen' verhaal en intertekstuele referenties. Deze roman is een collage.

Maar nu moet ook weer niet de indruk ontstaan dat het maar een zooitje is, want er zit wel degelijk de suggestie van een verhaal in, en wel een rond de personages Mr Daniel Gluck en Elisabeth Demand en haar moeder. Fragmenten van Elisabeths vroege jeugd, haar puberteit, haar adolescentie en haar volwassenheid worden door elkaar gehusseld   gepresenteerd, en steeds is Daniel oftewel Mr Gluck ergens in de buurt, letterlijk of figuurlijk, reëel of imaginair, feitelijk of in Elisabeths gedachten.

Aan het eind van wat misschien zijn leven was, is Gluck ruim over de honderd jaar oud. Aan het begin van het verhaal spoelt hij aan op de kust van wat Rilke wel eens heeft omschreven als 'das gutgelegene, das immersüsse'. Daniel Gluck verkeert dan, in medias res, in een coma, enigszins vergelijkbaar met die van Fransje Hermans in de openingsscène van Tommy Wieringa's Joe Speedboot. Maar voor de rest slaat een vergelijking tussen deze twee romans echt helemaal nergens op. Behalve dat Mr Gluck in Elisabeths gedachten even mythische proporties heeft als Joe Speedboot in die van Fransje Hermans.

Over de bijzondere band die er ontstaat, nee: die er is tussen Elisabeth en Daniel, zegt de auteur ergens
Well. When she walks past his door, music is always playing. His house is full of art. Love and the imagination are connected. And he's different from anyone else she's met. And she already sees him for what he is, past appearance, and that's how he sees her. And a hundred other tiny details. But above all, she, like he, knows somewhere at core as soon as they meet that they're about to be the lifelong friends that they'll become – I have a theory that we do know our lifelong friends, we intuit it as soon as we meet them. It's something about recognition. And love takes all sorts of forms that the cliched archetypes of love don't habitually leave much room for.
Maar ja: ik heb het nu - impliciet - op me genomen, uit te leggen waarom deze roman uitzonderlijk (misschien niet voor iedereen in dezelfde mate goed, maar wel) intrigerend is. Dat komt vooral doordat Smith heen en weer flipt tussen episch en lyrisch, tussen vertellen en dichten, tussen verhaal en taal, wekelijkheid en fantasie, referentialiteit en verbeelding. Dat maakt het boek zo vrolijk, terwijl het toch ook gaat over een land dat naar de gallemiezen gaat ten gevolge van interne verdeeldheid en eenzijdige afzondering van de rest van wat je toch ook als een soort - zij het moeizame - eenheid of gemeenschappelijkheid kan zien (noem het Europa).

De bijzondere band tussen Daniel en Elisabeth is ook een fraai onderdeel. Hoe ze elkaar uitdagen in dialogen (waarin de kleine Elisabeth veel te wijs praat voor haar leeftijd, maar dat maakt in de quasi sprookjes- of droomachtige setting helemaal niet uit), hoe ze met elkaar verhalen bouwen op basis van andere verhalen, hoe ze elkaar herinnerde of verdwenen schilderijen vertellen. En op een steelse wijze is dat een draadje naar een ingeweven essayistische biografie van Pauline Boty, de enige Britse vrouwelijke Pop Art-kunstenaar, die in haar schilderijen de collagetechniek prominent toepaste en wier schilderij Scandal '63 van de aardbodem verdwenen is; dat schilderij refereert aan een politieke leugen, die weer te verbinden is met de politieke leugens die ten grondslag liggen aan de Brexit, die ook in deze roman een rol speelt.

Zo'n roman is het. Lees 'm maar eens.

Geen opmerkingen: